Zoeken in deze blog

dinsdag 21 februari 2023

"Korkma"... niet bang zijn

 

Een uitgestoken hand





Mijn zoontje van twee had zich eens verstopt. Ik was hem overal in huis aan het zoeken, daarna buiten overal gekeken. We hadden net ons nieuwe huis betrokken waarvan de tuin nog moest worden aangelegd waardoor rondom het huis alles nog open en bloot was. Geen omheining van struiken, een schutting, of een heg afgesloten met een tuinhek. Eenmaal binnen riep ik hem en zei aldoor: “Waar je ook bent, kom tevoorschijn. Wees maar niet bang, ik zal niet boos op je zijn. Mama maakt zich alleen maar ongerust”. En daar ging het keukenkastje onder de gootsteen open en zag ik mijn kind met een glunderend gezichtje naar mij opkijken. Ik stak mijn hand naar hem uit en hielp hem naar buiten, nam hem in mijn armen voor een zoen. Voor hem was het een spelletje en ik lachte met hem mee.

Het moet er binnen donker zijn geweest, met misschien een klein kiertje licht. Het is een rare overgang, maar door al die verschrikkelijke beelden van de recente aardbevingen in Turkije en Syrië, kwam de herinnering aan mijn zoontje in het keukenkastje weer boven. Hoe men zich dan wel niet moet voelen, wanneer men het heeft overleefd. In het donker gelegen onder het puin met misschien een klein kiertje licht. Op één van die vele beelden op Tv zag ik een reddingswerker met uitgestoken hand tegen iemand gelegen onder het puin in het Turks zeggen: “Korkma”, ‘niet bang zijn’.

Op 13 April 1992 in de vroege ochtend was er in de omgeving van Roermond een aardbeving met een kracht van 5,8, net zo hevig als de derde hevige aardbeving van gisteren in het grensgebied van Turkije en Syrië. In Zeeuws Vlaanderen heb ik die beving in het Zuiden van ons land toen ook gevoeld. Ik werd wakker en ik hoorde een geluid wat leek op een aankomende trein, daarna beefde het bed een korte periode. Mijn toen inmiddels 16 jarige zoon kwam naar beneden en vroeg: “Mam, wat was dat? Heb jij het ook gevoeld?” Het was een vreemde gewaarwording, maar totaal niet te vergelijken en voor te stellen wat al die mensen in het huidige rampgebied ervaren.

 Niet bang zijn

Een uitgestoken hand

van mensen die helpen

komend uit een ander land.

Verschil in ras, of geloof

is niet van belang.

Een uitgestoken hand

voor mensen in nood,

voor mensen die bang

en verdrietig zijn,

om het verlies van geliefden

door de dood.

 

Wanneer er wereldwijd zoveel liefde is om mensen in nood te helpen, kan ik mij haast niet voorstellen dat er mensen zijn die zo nodig in hun machtsstrijd volkeren door hun oorlog willen vernietigen. En toch gebeurt het nu al een jaar in Oekraïne. De uitgestoken hand om vrede te bewerkstelligen zal nooit door de Russische leider aangenomen worden. Mijn hoop daarop is tenminste al lang vervlogen. Helaas.

 

Zoveel warmte ,liefde en begrip zat er in die uitgestoken hand van de reddingswerker. Een beeld dat mij altijd bij zal blijven.

“Korkma” “Niet bang zijn”

 

 

 

 

 

woensdag 8 februari 2023

Aan huis gekluisterd

 

Aan huis gekluisterd


Ik kan mij de lock down in 2020 nog goed herinneren. Mensen in Verpleeghuizen zwaaiend achter de ruiten. Geïsoleerd door een heersende pandemie, die maar niet scheen op te houden. Heftige maatregelingen die ernstige zieken in ziekenhuizen van familie scheidden. Aanraken was uit den boze, terwijl een knuffel juist kan bijdragen aan herstel.

Dit alles lig ik te bedenken onder mijn dekbed. Ik lig te rillen zo koud als ik het heb. Mijn hoofd barst haast uit elkaar, mijn keel is als schuurpapier…Ik heb Corona, of Covid 19, of Omikron, hoe je dit ellendige virus ook mag noemen, of wat het ook mag zijn. Ik weet het niet, het is alleen de uitslag van de test die mij bewees dat ik positief was. Ik voel mij verstopt achter de voordeur, achter de neergelaten jaloezieën, misschien wel achter de plinten waar het stoffig is en waar nog meer leven lijkt verstopt als nu in mijn woning. Het is akelig stil en het wordt steeds stoffiger. Niemand mag binnenkomen, en de stofzuiger heeft voorlopig ook rust. Het leven buiten gaat gewoon door, maar hierbinnen heerst rust, alleen mijn lichaam is hard bezig dit virus buiten de deur te krijgen. Zelfs mijn geluidsinstallatie is ermee opgehouden. Ik heb nu geen energie om er naar te kijken. Wanneer ik probeer iets van het nieuws in de grote wereld mee te krijgen moet ik het zonder geluid doen. Uiteindelijk geeft het niet, mijn hoofd kan geluiden toch nog slecht aan. Regelmatig dommel ik weg en droom de vreemdste dromen. Het herinnert mij als kind eraan toen ik ziek was. Er was altijd mijn moeder, met een strelende hand, een drankje voor de hoest, of een warm kopje thee, of kippensoep. Nu zou ik heel graag kunnen roepen: “Mama!”. Het kind zijn in jezelf raak je nooit kwijt. Ik ben zelf moeder en heb op die manier ook voor mijn kinderen gezorgd. Ik weet hoe het voelt. Ziek zijn zonder iemand in de buurt om je met liefde te omringen, voor je te zorgen, je kunnen verwennen voelt toch wel als een gemis. Mij ellendig voelen benadrukt dit gevoel nog maar eens extra. Soms voelt het eenzaam. Ik ga er uit voor het maken van een kopje thee met honing. Boodschappen regel ik met de buren, die het voor mijn gesloten deur achterlaten.

Nu ik dit schrijf ben ik gelukkig weer aan de beterende hand. Alleen de hoofdpijn is nog wat rest, maar dat schijnt te horen bij de naweeën van dit virus en kan volgens de huisarts nog wel even duren. Kan mij niet heugen dat ik ooit zoveel Paracetamol heb gebruikt. Het is een raar virus.

Enkele dagen voordat de eerste verschijnselen zich voordeden heb ik nog een klassiek concert bezocht en ik heb genoten van de muzikanten die speelden op klarinet en piano. Daarna met vriendin in een nabijgelegen restaurant nog iets gegeten en gedronken. Zoals velen die ziek zijn, of zijn geweest is er vaak een periode voor en na het ziek zijn. Gelukkig waren achteraf mijn ziekteverschijnselen mild.    

Vandaag schijnt de zon en ga ik straks maar eens naar buiten voor een blokje om. Rustig aan mijn verloren conditie weer opbouwen. Alle verstopte muizenissen buiten weer vergeten, mensen spreken, weer deelnemen aan het leven. De stofzuiger tevoorschijn halen  en al de stofresten, ook achter de plinten verwijderen. De jaloezieën ophalen en de zon binnenhalen. De strijd is gestreden. Ik voel me niet meer verstopt.