Er lijkt niets veranderd te zijn…
De bladeren ritselen in de wind.
Zwaluwen zijn naar het Zuiden vertrokken.
In de verte echoot de lach van een kind.
Vogels zingen niet meer hun hoogste lied om partners te
lokken.
Er lijkt niets veranderd te zijn…
De zon schijnt en wolken trekken langs,
het gras wuift nog altijd.
Op het boerenland zit eenzaam een gans.
De zomer vervlied in de tijd.
Er lijkt niets veranderd te zijn…
Mieren, immer bedrijvig in het kreupelhout,
kruipen langs en over elkaar heen.
Hun nesten eens volgestouwd,
de nieuwe generatie uitgevlogen, zoals jaren voorheen.
Er lijkt niets veranderd te zijn…
Mensen bewegen over paden en wegen,
krioelen op deze aarde langs en om elkaar heen.
Komen elkaar op straten en in winkels tegen,
toch is alles anders dan voorheen.
Niets en veel is veranderd…
Ontmoetingen niet meer onbevangen,
elkaar aanraken verleden tijd.
Een knuffel in gedachten vol van verlangen,
uitziend naar een middel dat ons van het virus bevrijdt.
Hoop...
De zomer verglijdt in de herfst,
altijd is er weer de zonsopkomst
en de lente die ons na de winter begroet.
Hoop is het leven van de toekomst,
doorheen de tijd komt een nieuw begin ons tegemoet.